Taaltoets bij uitkering

Als u een bijstandsuitkering heeft bent u verplicht om de Nederlandse taal voldoende te kunnen verstaan, spreken, lezen en schrijven. Voldoende betekent op het niveau van groep 8 van de basisschool.

Door een bewijsstuk te laten zien, kunt u aantonen dat u de Nederlandse taal voldoende beheerst. Een bewijsstuk is bijvoorbeeld een diploma of certificaat van een Nederlandstalige opleiding die u heeft gevolgd of een diploma van een inburgeringstraject. Kunt u geen bewijs laten zien dat u de Nederlandse taal voldoende beheerst, dan nodigt de gemeente u uit om een taaltoets te doen. Bij een taaltoets doet u een aantal oefeningen. Die zijn bedoeld om te testen of u de Nederlandse taal voldoende beheerst.

De toets wordt afgenomen door een docent met een diploma Nederlands taalonderwijs. De toets wordt beoordeeld op een vooraf vastgestelde manier. De toets bestaat uit:

  • Een leesopdracht met vragen;
  • Een schrijfopdracht;
  • Een luisteroefening met vragen;
  • Een gesprek met andere deelnemers van de toets en/of een docent.

Beheers de Nederlandse taal voldoende

Het gaat erom dat u zich kunt redden in het dagelijks leven en dat u kunt werken. 
Daarvoor is het belangrijk dat u:

  • Kunt praten met anderen. Dat u verstaat wat mensen tegen u zeggen, antwoord kunt geven op vragen of zelf vragen kunt stellen;
  • Kunt lezen wat er bijvoorbeeld op etiketten, formulieren en gebruiksaanwijzingen staat;
  • Dat u eenvoudige teksten kunt schrijven.

Verbeter uw Nederlands

Voor elk onderdeel van de toets moet u een voldoende halen. Haalt u op een of meer van de onderdelen een onvoldoende? Dan moet u uw kennis van het Nederlands zo snel mogelijk verbeteren. Wij zullen met u overleggen hoe u dat het beste kunt doen. U kunt bijvoorbeeld:

Wij zullen regelmatig bekijken of uw Nederlands beter is geworden.

Wat er met uw uitkering kan gebeuren

Ook voor de bijstandsuitkering is het belangrijk dat u uw Nederlands verbetert. Als u dit niet doet, kunt u een lagere uitkering krijgen! Het is zelfs mogelijk dat u na een jaar helemaal geen uitkering meer krijgt. Dit gebeurt als u lange tijd weigert om uw Nederlands te verbeteren, of hiervoor niet uw best wilt doen.

Er kan een reden zijn waarom u de Nederlandse taal niet voldoende beheerst en hierin ook niet beter kunt worden. Bijvoorbeeld omdat u een beperking hebt. Als wij vaststellen dat u uw Nederlands echt niet kunt verbeteren, verlagen wij uw uitkering niet!

Kunt u uw Nederlands wel verbeteren, maar doet u niets of niet voldoende? Dan krijgt u:

  1. Zes maanden lang een verlaging van 20% van de uitkeringsnorm die voor u geldt (dat is het bedrag dat u per maand maximaal aan uitkering kunt krijgen),
  2. Daarna zes maanden lang een verlaging van 40% van de uitkeringsnorm,
  3. En daarna een verlaging van 100%. U krijgt dan helemaal geen uitkering meer.

Verlaging van uw uitkering stoppen

Vóór iedere verlaging laten wij u een taaltoets doen. Haalt u hogere scores voor de toets dan eerst? Dan stopt de verlaging. Haalt u dezelfde scores of lager? Dan krijgt u een nóg lagere uitkering, of helemaal geen uitkering meer. U kunt de verlaging ook zelf ieder moment stoppen, namelijk door uw Nederlands te verbeteren.

In overleg met ons kunt u bijvoorbeeld een cursus, zelfstudie of iets anders doen. U ontvangt vanaf het moment dat u start een volledige uitkering. Wij zullen regelmatig bekijken of uw Nederlands beter is geworden.